Het Oosters Christendom

Het Oosters en Oriëntaals christendom, ook wel Orthodox christendom genoemd, is naast het rooms-katholicisme en de protestantse kerk de derde grote tak van het christendom. Tegenwoordig omvatten de verschillende Orthodoxe kerken ongeveer 220 à 300 miljoen gelovigen wereldwijd.

Het oosters christendom bestaat uit twee delen. Enerzijds zijn er de Orthodoxe christenen van de Byzantijnse traditie, die vooral te vinden zijn in het oosten van Europa en de gebieden van de voormalige Sovjet-Unie. Drie landen binnen de Europese Unie, namelijk Griekenland, Bulgarije en Roemenië, tellen een meerderheid van Orthodoxe christenen, en zien in het Orthodoxe christendom ook een wezenlijk element van hun nationale traditie. Hetzelfde geldt voor buurlanden aan de grens van de Europese Unie, zoals Rusland, Belarus, Moldavië en Oekraïne. Daarnaast zijn er aanzienlijke orthodoxe minderheden in landen zoals Polen, Slowakije en de Baltische staten.

Anderzijds zijn er de christenen in het Midden-Oosten, bijvoorbeeld uit landen als Syrië, Turkije, Libanon en de grote koptische gemeenschappen in Egypte, Ethiopië en Eritrea. Hun theologie (vooral hun christologie) verschilt sinds de concilies van Ephesos (431) en Chalcedon (451) van die van de Byzantijnse traditie. Ook hun liturgische traditie heeft een eigen karakter.

Op het snijvlak tussen deze twee delen liggen de kerken in de Kaukasus. Terwijl de Armeense Apostolische Kerk bij de oriëntaalse kerken gerekend wordt, staat de Georgisch-Orthodoxe Kerk dichter bij de Byzantijnse traditie.

Het oosters christendom heeft een zeer lange geschiedenis. Sommigen, en dan vooral de oriëntaalse christenen, zien zich in een directe lijn met de vroege christenen. De kerken in de Kaukasus, maar ook bijvoorbeeld de Orthodoxe kerk van Cyprus zijn de oudste nationale kerken ter wereld. Hun oorsprong gaat terug tot de vierde of vijfde eeuw.

In de 21e eeuw is het oosters christendom een wereldwijd verschijnsel geworden, deels door de grote migratiebewegingen in de eeuwen daarvoor. Oosterse en Oriëntaalse christenen vormen inmiddels aanzienlijke diasporagemeenschappen en nieuwe kerken in de westerse wereld, waaronder ook in Nederland.

Ondanks interne verschillen behoren de oosterse en oriëntaalse kerken bij één grote familie. In hun theologie en kerkelijke leer staan spiritualiteit en de liturgie centraal. Zij leggen een grote nadruk op geloofservaring en praktijk in de liturgie, maar ook meer algemeen op gebed, spiritualiteit en ascese. Hun beeldcultuur, waarin de verering van iconen centraal staat, is in wezen een spirituele traditie. Dat neemt niet weg dat er tegelijk een rijke en intellectueel geavanceerde literatuur van theologische reflectie, filosofie en vertaling bestaat.

Het oosters christendom is gebaseerd op een eeuwenoude christelijke, maar tegelijk niet westerse overlevering en geschiedenis. Voor westerse christenen (theologen en gelovigen) is de ontmoeting met hun oosterse broeders en zusters vaak zowel fascinerend en verrijkend als irritant. Dat heeft te maken met de soms zeer verschillende historische ervaringen. Christenen in het Midden-Oosten leven sinds de vroege middeleeuwen als een minderheid onder islamitisch bewind, onder Arabische kaliefen en in het Ottomaanse Rijk. Ook in Oost-Europa werd de wereld van de oosterse christenen door de eeuwen heen meestal gekenmerkt door religieus pluralisme en samenleven met andere religies en confessies, zelfs in landen waar zij formeel in een meerderheidspositie waren, zoals in het Russische Rijk. Recent komt er de ervaring van de communistische dictatuur in de landen van Oost-Europa bij, met zowel vervolging, dapperheid en martelaarschap als theologische isolatie. Dat heeft de verschillen tussen oost en west op een aantal vlakken vergroot. Actueel zijn het vooral de oosterse christenen die zich in de crisisgebieden van de wereld moeten handhaven, zoals in het Midden-Oosten, Noord-Afrika of Oost-Europa, zoals in Belarus en Oekraïne. Dat maakt het extra belangrijk om hun situatie, achtergrond en ervaringen goed te begrijpen.

De genoemde factoren voor de uiteenlopende geloofscultuur, verschillende historische ervaringen en theologisch onderbouwing dragen bij aan de noodzaak om tussen westers en oosters christendom bruggen te bouwen, wederzijds begrip te versterken en om de kennis erover te vergroten en te verspreiden. Deze inspanning is noodzakelijk voor alle betrokkenen. ‘Het christelijk Europa ademt met beide longen’, zoals paus Johannes Paulus II, voormalig aartsbisschop van Krakau, het al zei.